Het Alhambra en andere parels van Granada

Het Alhambra en andere parels van Granada

De stad Granada in de zuidelijke Spaanse provincie Andalusië raakt makkelijk ondergesneeuwd bij de grotere steden in Spanje met meer bekendheid. Maar dat betekent zeker niet dat Granada minder de moeite waard is om te bezoeken! Behalve dat het een heel sfeervolle stad is, is hier ook het wereldberoemde paleiscomplex Alhambra gelegen – hierover later meer – én is het een van de Spaanse steden waar je nog tapas kunt eten zoals het hoort: als (gratis!) hapje bij je drankje.

We beginnen even praktisch: hoe kom je er? Er gaan helaas vanuit Nederland geen rechtstreekse vluchten naar Granada. Daarom is het een goed idee om deze stedentrip te combineren met een andere Spaanse bestemming waar je wel naartoe kunt vliegen. Málaga en Sevilla zijn de beste opties, waarbij je vanaf Málaga zo’n 1,5 tot 2 uur reistijd hebt, en vanaf Sevilla ongeveer 3 uur. Er zijn zowel bus- als treinverbindingen, voor beide geldt dat het verstandig is om op tijd van te voren (online) vast je ticket te boeken, dan ben je een stuk goedkoper uit! Wil je nog niet je reisdagen en tijden van te voren vast moeten leggen, dan kan voor last-minute reizen Blablacar een goede optie zijn. Via deze site kun je een plek bij iemand in de auto boeken die de gewenste route rijdt. Op veel trajecten zijn tot op de dag zelf nog ritten beschikbaar voor fijne prijzen.

Zodra je aankomt in Granada merk je direct dat de stad gelegen is in heuvelachtig gebied. Rondwandelen betekent op sommige plekken dan ook trap op, trap af. Dit merk je vooral goed in de historische wijk Albaícin, een van oudsher Arabische wijk gelegen op een heuvel. Het is een doolhof van smalle, steile maar des temeer pittoreske straatjes met witte huizen en hier en daar een pleintje en kerk. Je hebt er beneden rondom de Calle Calderería Nueva allerlei restaurantjes, theehuizen, shisha lounges en winkeltjes met oosterse artikelen waar je bijna vergeet dat je nog gewoon in Europa bent. Dit is het drukkere gedeelte van de wijk, maar ga vooral ook eens een steegje in en sla een paar keer willekeurig af, en voor je het weet ben je verdwaald in de wirwar van schattige straatjes en kom je bijna geen andere toerist meer tegen. Het is sowieso de moeite om een stuk omhoog te lopen, want in de wijk heb je verschillende punten vanaf waar je mooi uitzicht hebt op het Alhambra en de al dan niet besneeuwde toppen van de Sierra Nevada. Ook locals weten deze ‘miradores’, met name de Mirador de San Miguel Alto (de hoogste), te vinden om ’s avonds met elkaar te chillen, een biertje te drinken en muziek te maken. Dus ook voor een gezellige sfeer is de klim de moeite waard!

Heb je El Albaícin gezien en genoten van het uitzicht, dan kun je weer afdalen. Als je naar beneden loopt in de richting van het Alhambra, kom je vanzelf uit op de Carrera del Darro. Dit weggetje loopt langs een kabbelend riviertje met schilderachtige bruggetjes en bomen, oude gebouwen en kerken en als je omhoog kijkt kun je zien hoe dichtbij het Alhambra eigenlijk is. Het is een mooi plaatje en leuk om lekker langs te slenteren, maar de keerzijde is dat het ook vrij druk kan zijn. Laat je hier ook liever niet verleiden door een van de vele terrasjes, je eet hier echt voor toeristenprijzen en niet per se op z’n lekkerst. Wél een aanrader is om één van de mooie badhuizen van de stad te bezoeken voor de nodige ontspanning. Dit is nog zo’n fijn Arabisch overblijfsel dat Granada speciaal maakt. Zelf ging ik naar het kleinschalige Aljibe de San Miguel, maar er zijn meerdere ‘baños árabes’ met elk hun eigen charme.

Als je het Alhambra eenmaal van verschillende kanten van buiten hebt gezien, ben je misschien wel nieuwsgierig geworden wat er nou achter die oude muren schuilt. Tijd voor een bezoek, dus. Het Alhambra vind ik het onbetwistbare toppunt van een stedentrip Granada. Het is ook niet voor niets de drukst bezochte attractie in Spanje! Omdat zoveel mensen het willen bezoeken en het cultureel erfgoed ook moet worden beschermd, kan er per dag maar een beperkt aantal bezoekers naar binnen. Je kunt dan ook het beste je ticket (ruim) van te voren online bestellen, anders heb je kans dat je er helemaal niet in komt. Bij het boeken van je ticket moet je een tijdslot kiezen voor je bezoek aan het Nasrid Paleis (zie bovenstaande foto). Mij beviel het goed om dit ’s ochtends te plannen als eerste deel van mijn bezoek, omdat het Alhambra heel groot is en je dan daarna rustig de tijd hebt de rest te verkennen. Zorg dat je op tijd bent voor jouw tijdslot, want ze zijn hier erg strikt op. Te laat = pech. Er is trouwens ook een optie om ’s avonds naar het Nasrid paleis te gaan en dit schijnt ook magisch te zijn, maar dit weet ik niet uit eigen ervaring.

Het Alhambra is een groot complex gelegen op een heuvel en bestaat uit verschillende gebouwen uit verschillende perioden, verbonden en omringd door prachtige tuinen. Het oudste deel is het fort Alcazaba, uit de Moorse periode stamt het rijk gedecoreerde Nasrid Paleizen en het christelijke paleis van Karel V werd er in de 16e eeuw bij gebouwd. Generalife is de ‘tuin der tuinen’ die minstens net zo mooi is als de indrukwekkende gebouwen van het Alhambra complex. Alles bij elkaar is er zóveel moois te zien, dat mijn belangrijkste tip is: neem vooral de tijd! Zelf bracht ik hier een hele dag door en ik zou het absoluut geen straf vinden om nog eens te gaan. Wil je zeker zijn dat je niets belangrijks mist (de omvang maakt het best een doolhof..) en ook nog wat leren, dan is een gids of audiotour zeker aan te raden.

Met het Alhambra als hoogtepunt heeft Granada mijn hart in ieder geval gestolen en ik weet zeker dat ik er nog eens terug zal komen. Dus ga je naar Spanje, dan mag je dit Andalusische pareltje absoluut niet overslaan!